Charles Wells
Charles Wells, geboren in 1841, was een dikbuikige , extravagante ‘cockney’ en is een van de meest beroemde gokkers in de geschiedenis.
Men zegt dat hij de inspiratie achter het lied “The Man Who Broke Thee Bank at Monte Carlo” van Fred Gilbert is, hoewel ook Joseph Jagger voor die eer in aanmerking komt. Wells genoot van het luxe leven dat hij met zijn dappere daden had vergaard en ging frivool om met geld. Volgens de mythe begon elke band onmiddellijk “The Man Who Broke Thee Bank at Monte Carlo” te spelen zodra hij binnenkwam.
In 1881 ging Wells naar Monte Carlo en daar schreef hij geschiedenis. Zijn startkapitaal vergaarde hij met het bedriegen van investeerders door hen valse uitvindingen te tonen en gouden bergen te geloven. Zijn vier duizend pond wist hij aan de roulettetafel te vermenigvuldiging naar maar liefst 1 miljoen Franse franc. Volgens de legende wist hij de bank tot 12 maal toe te ‘breken’. Detectives werden ingehuurd om zijn methoden te onderzoeken, maar ze wisten hem niet te stoppen: later dat jaar won hij in hetzelfde casino nog eens een miljoen franc.
Wells’verklaring? Moed en lef. “Iedereen is vrij om mee te kijken en me te imiteren, maar het grootste gebrek van de gewone gokker is: hij mist moed, ” aldus Wells. Inderdaad trok Wells veel toeschouwers die zijn inzetten kopieerden — en zo verloor het casino dus nog veel meer dan alleen de winst van Wells.
In 1892 keerde Wells terug met geld van investeerders, die hij wijs had gemaakt dat hij werkte aan een brandstofbesparend apparaat voor stoomschepen. In zijn luxe jacht Palais Royal, met zijn minnares Joan Burns, voer hij Monte Carlo binnen. In eerste instantie won hij weer veel geld met roulette, maar zijn streak was al gauw voorbij en dus verloor hij niet alleen zijn winst, maar ook het geld van de investeerders. Uiteindelijk werd hij gearresteerd en acht jaar lang opgesloten voor fraude. Hij zou een aantal van de rijkste Britten hebben opgelicht.
Het tafereel herhaalde zich een paar keer: Wells kwam vrij, bedacht een nieuwe zwendel en belandde weer in de bak. Uiteindelijk stierf hij in 1926, straatarm maar wel met een exorbitante hoeveelheid uitgaven op z’n naam, als een man die maximaal had geleefd.