Nooit eerder wist een groep spelers op zo een grote schaal de casino’s de stuipen op het lijf te jagen, als het MIT Blackjack team. Deze universitair geschoolde groep spelers, speelde met een wetenschappelijke en bedrijfsmatige benadering. De uitvoering was meesterlijk. Er was een duidelijke werkverdeling, spelers werden streng geselecteerd en getraind. Net als in bedrijven waren er investeringspools, om zo het risico te spreiden.Gebaseerd op het verhaal van het MIT blackjackteam was vorig jaar de succesvolle film 21 in de bioscopen te zien.
De grondlegger Edward Thorpe
Eigenlijk werd de basis van het MIT team gelegd in 1962. Edward Thorpe, wiskunde professor aan de beroemde Massachussettes Institute of Technology, schreef toen het boek Beat the dealer: A Winning Strategy for the game of twenty one.
Gebruik makend van een van de eerste IBM computers ooit, bedacht hij een model waarbij het mogelijk was om het casino met Blackjack te verslaan. Hij maakte daarbij gebruik van het inmiddels bekende systeem van kaarten tellen. Het zogenaamde 10 count system. Nadat de casino’s hiervan op de hoogte kwamen, pasten de casino’s diverse regels aan. Niet zo gek als je bedenkt dat van het boek maar liefst 700.000 exemplaren werden verkocht. Blackjack was destijds in Amerika razend populair. Het boek stond zelfs in die tijd op nr. 1 van de boekenlijst van de New York Times. Onder druk van de spelers werden de regels echter weer aangepast en werd met een uitbreiding van het aantal decks van 1 naar 4 een compromis bereikt. Hierop kwam Thorpe met het nog geavanceerdere systeem; Hi-Lo. Het voordeel van de kaarten teller ging hiermee nog iets omhoog. Het grote voordeel van Hi-Lo is bovendien dat het niet veel uitmaakt met hoeveel pakken speelkaarten wordt gespeeld.
Thorpe was een briljant wiskundige met een grote liefde voor gokspellen. Hij was altijd op zoek naar een mogelijkheid om met zijn kennis van statistiek een voordeel te verkrijgen ten opzichte van zijn tegenstander ( lees: het casino). Sommige van zijn beste vrienden waren bekende gokkers en Thorpe was veelvuldig in Las Vegas te vinden. Daar werd hij door veel casino’s al voor de publicatie van zijn boek veelvuldig geweigerd en de casino’s uitgezet. Getooid met valse, snorren, baarden en brilletjes probeerde hij vervolgens weer binnen te komen.
Thorpe werd later overigens een rijk man. Niet van zijn casinowinsten overigens. Doordat hij de blackjack theorieën met financieële theorie combineerde, kwam hij met zijn eigen concept van de alpha coëfficient in de aandelenmarkt. Met zijn wiskundige modellen wist hij op de aandelenmarkten fouten in de prijsvorming te vinden en op basis hiervan winstgevend te handelen. Overigens was Thorpe ook de grondlegger van de moderne laptop. Hij ontwierp samen met zijn vriend Dr. Claude Shannon een draagbare computer om deze in het casino te gebruiken voor zijn spelstrategie. Later werd het gebruik van dit soort apparatuur natuurlijk verboden.
Het begin van het MIT blackjack team
Gebaseerd op de theorie van Thorpe werd in 1979 aan de MIT door een groep studenten colleges gegeven in Blackjack. De cursus heette “How to gamble if you must”. Uiteraard ging het hier over de optimale spelstrategie en kaarten tellen. Logisch dat met deze theoretische basis een groep studenten naar Las Vegas trok om daar het geleerde in de praktijk te brengen. Helaas voor hen vielen de resultaten tegen en veel spelers hielden het snel voor gezien.
Een tweetal van deze spelers liepen echter de professionele gokker Bill Kaplan tegen het lijf. Kaplan was cum laude afgestudeerd van Harvard en had met zijn eigen statistische inzichten een eigen winnende methode ontwikkeld. Met een eigen blackjack team haalde hij formidabele resultaten. De Las Vegas casino’s echter zaten het team op de hielen en enkele leden zochten hun geluk in het buitenland.
Kaplan bekeek de werkwijze van de MIT studenten en zag een ongeorganiseerd zooitje. Alle spelers hanteerde een andere stijl en er werd meer gediscussieerd dan gespeeld. Hij stelde voor om het op een gestructureerde, bedrijfsmatige manier aan te pakken. En zo geschiedde.
Er werden financiers vanuit de gokwereld gevonden en binnen korte tijd wisten spelers en backers $89.000 op te halen. Met een team van 10 spelers werd vervolgens begonnen. Binnen 2 weken was het startkapitaal verdubbeld. De gemiddelde winst per uur was maar liefst $170. De spelers werden uitbetaald op basis van speeluren en kregen de helft. De investeerders kregen een rendement wat zij op Wall Street onmogelijk hadden gekregen.
Natuurlijk was het met deze uitbetaling niet afgelopen. Het grote probleem van het team was dat het kaart tellen niet ontdekt mocht worden. Kaarten tellen was niet verboden, maar de casino’s zien winnende kaartentellers liever gaan dan komen. Niet alle spelers die het casino verdenkt van kaarten tellen, worden overigens de toegang ontzegd. De casino’s weten dat veel kaarten tellers het casino toch niet weten te verslaan. Kaarten tellen is minder makkelijk dan je in eerste instantie denkt.
Maar de MIT leden waren hier echter meesters in. Om niet op te vallen hadden zij een systeem ontwikkeld waarbij de verschillende taken werden verdeeld over meerdere personen. De kandidaten voor de teams werden vervolgens grondig gescreend en getraind.
Samenstelling van een MIT Blackjack team
De Back-Spotter
De Back-Spotter telt de kaarten in het dek zonder zelf aan tafel te zitten. Merkt hij dat het dek speelkaarten hot is ( veel tienen bevat) dan geeft hij een signaal aan de teamspelers. Een back spotter kan alleen ingezet wanneer het erg druk is in de casino’s.
The Spotter
The Spotter telt de kaarten terwijl hij spelt. Dit is een lasting karwei. De speler zal wanneer hij winnend wil spelen zijn inzet moeten aanpassen wanneer het deck hot is. Dit kan opvallen bij het casino personeel. Wanneer het deck dus hot is, zal hij moeten opstappen en zijn teamgenoten inseinen om het voordeel uit te buiten. Een spotter speelt altijd op het minimum tarief en past zijn inzet nooit naar boven aan.
The Gorilla
De Gorilla telt niet. De gorilla gaat zitten op het goede moment. Hij zet altijd grof in. Logisch dat niet iedereen geschikt is om als gorilla dienst te doen. De uitstraling van een Gorilla is belangrijk. Je zet niet een studentikoos type met grote stapels dollars voor zich aan een Blackjack tafel.
The Big Player
De Big Player was een duidelijke high roller. Een type bigspender. De big player in het team was echter de prima donna in het team. Hij kon kaarten tellen tijdens het spelen zonder op te vallen.
De training en selectie van de spelers was echt streng en zeer gestructureerd. Ook over het uiterlijk van de spelers werd goed nagedacht . Een gesjeesde blanke student kon geen big player worden. Aziatische en donkere jongens wel. Die zouden met grote geldbedragen minder opvallen.
Het MIT team had het kaarten tellen naar een ander level gebracht. Spelers werden getest en getest. Ieder nieuw lid begon als spotter. Tijdens de tests werden de kaarten gedeeld als in een casino en om de zoveel gespeelde handen moest de spotter de telling geven. Tijdens het delen werd geprobeerd om de spotter af te leiden. Dit werd gedaan door de dealers zelf, maar het kwam ook voor dat er zelfs als serveersters verkleedde teamleden werden ingeschakeld.
Overigens gebruikte het team nog 2 andere technieken om het rendement te vergrootten. Het zogenaamde shuffle en het ace tracking. Door tijdgebrek werd er door dealers niet altijd goed geschud. Door training wisten de spelers groepen kaarten te volgen tijdens het schudden. Hierdoor konden zij het pak kaarten waarmee gespeeld werd nog beter inschatten. Wie bedenkt dat de kansen op winst voor een speler die een aas trekt met 37 % stijgt, begrijpt dat wanneer je ongeveer weet waar de azen zitten, je winst kansen verbeteren. Met kaart tellen an sich was een voordeel te behalen van 2%. Shuffle en Ace tracking zou hier, wanneer goed uitgevoerd, nog eens 2 % aan toe kunnen voegen. Deze kennis is overigens erg moeilijk aan te leren en slechts weinig spelers konden hier gebruik van maken.
Van 1980 tot 1984 waren er ongeveer 30 spelers in wisselende samenstelling lid van het team. Kaplan als initiator begon zich toen meer toe te leggen op onroerend goed investeringen. De casino’s zaten hem steeds dichter op de huid en hij kon haast geen casino meer in. Bovendien was hij succesvol in de onroerend goed handel.
Tot 1990 namen anderen zijn rol over, maar door het verscherpte casinotoezicht met minder succes. In 1992 ging het echter toch weer kriebelen en nam Kaplan vervolgens de draad weer op. Met dezelfde financieringsstructuur als zijn onroerend goed activiteiten. werd de vennootschap Strategic Investments opgericht met sommige van zijn partners van het eerste uur. Op het hoogtepunt kende het team toen 80 spelers. Soms waren er daar van 30 spelers tegelijk aan het spelen. Verdeeld overigens over verschillende casino’s in verschillende staten.
Detectivebureau Griffin
Het door de casino’s ingeschakelde detective bureau Griffin Investigations spoorde zo nu en dan enkele teamleden op. Deze werden dan op bedreigende wijze toegesproken en de toegang ontzegd. Griffin had 30 jaar ervaring met het opsporen van valsspelers in casino’s.
Bij Griffin namen ze hun werk serieus. Vrijwel alle casino’s ter wereld maakte gebruik van hun diensten. Won een speler in een casino en hij liep een ander binnen, dan kon je er vanuit gaan dat de beveiliging van het volgende casino de speler direct in de gaten had. Men maakte niet alleen gebruik van observatie met de beveilingscamera’s en mensen op de werkvloer, maar ook het gebruik van informatietechnologie was een belangrijk onderdeel van het werk. Wie is de speler, waar woont en werkt hij.
Al vroeg maakte men gebruik van video en fotosystemen met gezichtsherkenning. Stond een speler eenmaal in het Griffin systeem, dan was een casino binnenkomen en blijven haast onmogelijk. De groep winnende blackjack spelers in de jaren 90 baarde Griffin dan ook grote zorgen. Hun reputatie stond op het spel. Op enig moment viel het hen op dat veel opgepakte spelers een verband hadden met het MIT.
Beverly Griffin, directrice bij Griffin destijds “The team play confused us at first, I remember when Ken Uston — perhaps the father of card counting — hit us hard for a year, maybe more. We’d been watching him at Caesars, and we couldn’t figure out how he was winning. Then one afternoon, my husband went to a tennis match and saw Uston sitting in the stands. Next to him were a few other people my husband recognized from the tables at Caesars — people Uston had pretended not to know. We realized they had been spotting, and figured the whole thing out.”
The End
Bovendien werden de teamleden langzaam aan slordiger. Men zocht elkaar inmiddels ook buiten de casino’s op. Een doodzonde voor een blackjack team. Toen het detective bureau de teamleden samen zag bij een poolparty was de dekking compleet weg en waren de teamleden ontdekt. Ook zou de groep van binnen uit zijn verraden door leden die de groep eerder hadden verlaten. De casino’s namen hun maatregelen en het MIT team was in 1997 uitgedeeld.
Overigens verging het velen van hen daarna niet slecht. Het waren natuurlijk goed opgeleide mannen en vrouwen die hun opleiding hadden genoten aan de beste universiteiten van Amerika. Kaplan boerde goed in het onroerend goed. Andere medeoprichters van het MIT blackjack Mike Aponte en Dave Irvine vestigden het Blackjack Instituut om hun winsysteem te onderwijzen. Beide waren zogenaamde Big Players en haalden het grote geld voor de groep binnen. Hun winsysteem is nu publiekelijk beschikbaar. Mike Aponte was de 1ste World Series of Blackjack kampioen in 2004. Dave Irvine (Masters Degree in Biotechniek en een MBA van Purdue University Krannert School of Management) heeft zijn eigen ingenieursadviesbureau en de beruchte Johnny C is ook een technische expert bij het instituut.
Kaarten tellen kan nog steeds lucratief zijn, in Amerika is het niet verboden. Wordt een kaartteller nu betrapt, dan wordt hij niet meer meegenomen naar een donkere kamer. Wel zal een casinomedewerker hem verplichten om een standaard inzet te doen. Het varieren van bets wordt dan gewoon niet meer toegestaan. Ook zal de dealer het verwisselen van het deck gaan opvoeren.